Want het Stevenspark is gebouwd op een rivierbedding in het voormalige stroomgebied van de Rijn. Nu is klei wel erg vruchtbaar, maar lastig te bewerken. Na een regenbui wordt klei kleverige blubber, na zonneschijn vormt het keiharde klonten. Het was hard werken om die taaie klei om te vormen tot bruikbare tuingrond. In de beginjaren gebruikte men zand, heidecompost en groenbemester om de grond daarmee diep onder te ploegen. En nog steeds wordt de aarde om de paar jaar grondig omgeploegd met tuingrond, lavazand en koemest met stro. Natuurlijk komen er geen kunstmest of bestrijdingsmiddelen in de grond, want de schooltuin werkt al die dertig jaar volledig biologisch. De Distelvink houdt haar oorsprong in ere. Elk jaar krijgen de kinderen een aparte ‘bodemles’. Daar krijgen zij, met behulp van een grondboor, te zien dat er nog steeds een laag blauwe zee-en rivierklei in de bodem zit.
Meer dan dertig jaar later is de tuin omringd door bomen, en staat midden in een drukbevolkte wijk met een winkelcentrum, een buurtcentrum en het NS station De Vink op loopafstand. Hoe heeft die die kale kleivlakte in al die jaren haar huidige vorm gekregen?
De kruidentuin
De eerste kruidentuin is begin 90-er jaren aangeplant door de toenmalige tuincoördinator. De tuin bestond uit een labyrint van kniehoog geschoren buxushagen die de verschillende grondvakken met de kruiden omzoomden. Maar in 2018 sloeg de beruchte buxusmot toe. De vrijwilligers moesten alle zieke buxus, 100 meter lang, struikje voor struikje uitgraven. Dat werd een grote berg!
Begin 2019 hebben de vrijwilligers een nieuwe tuin aangelegd die bestaat uit grote vierkante en gekruiste vakken, omringd door lage ruwe planken.
Deze tuin is omsloten door een manshoge beuken heg. In de tuinvakken groeien geneeskrachtige kruiden en kruiden voor in de keuken. Elk jaar geven de vrijwilligers hun kruidenles, waarin de kinderen kruiden kunnen plukken, ruiken en proeven.
Het bomenpad
Het bomenpad dat de schooltuintjes omringt dateert van 1995. Om mee te doen met de Nederlandse Bomenplantdag hebben de kinderen, klas na klas, allerlei verschillende bomen en struiken zelf aangeplant. Als je nu het dichtbegroeide bomen-en struikenpad ziet, kun je bijna niet geloven dat dat toen nog allemaal smalle sprietjes waren. En natuurlijk krijgen alle kinderen een speciale bomenles, waarin ze zelf gaan uitzoeken hoe al die bomen en struiken dan wel heten.
De bijenstal
Zoals elke schooltuin in Leiden heeft ook de Stevenshof een eigen imker en een eigen bijenstal. De imker houdt daar zijn bijen en verkoopt hun honing via de vrijwilligers. De imker doet dit geheel vrijwillig en heeft in de zomer veel werk om de bijen niet te laten zwermen. De stal ligt tegen de sloot, zodat niemand last heeft van de bijen. Zij halen hun honing in het park en uit de tuinen van de huizen in de buurt. Op die manier dragen zij ook hun steentje bij aan de bloei van de planten.
De imker, die de bijenstal beheert, is lid van de Imkervereniging Leiden e.o. De bijenstal en alles wat daar bij komt kijken, is halverwege de 90-er jaren zelf gebouwd. De bijen genieten van de talloze verschillende bloemen die elk jaar weer volop bloeien in de tuintjes. En hun honing is heerlijk. In een speciale bijenles leren de kinderen dat bijen bijzonder nuttig zijn en helemaal niet eng, als je ze maar met rust laat.
De broeikas
De vrijwilligers wilden graag een broeikas hebben. Want in een kas kan je plantjes uit zaadjes laten groeien die je dan later in de tuin kunt planten (dat heet voorkweken), of je kan er tomaten of Italiaanse groente laten groeien. Maar na 2005 moest er bezuinigd worden. Men heeft toen het Rabo wensenfonds benaderd. Dat was best nog spannend, want je moest voldoende stemmen winnen om je wens gerealiseerd te zien. Alle kinderen stemden mee, en, geholpen door de stemmen van de bezoekers van het winkel- en buurtcentrum is het toch gelukt.
Het onderhoud
Een schooltuincomplex moet onderhouden worden. Alle schooltuintjes worden aan het eind van het seizoen omgeploegd en bemest. De graspaden worden regelmatig gemaaid, bomen en struiken gesnoeid, de akker met graan ingezaaid en geoogst. Voor het zware werk zoals ploegen, frezen en gras maaien krijgen de vrijwilligers extra hulp via een bedrijf, dat gelieerd is aan de tuinbouwschool. Zo leren jongeren het vak op onze tuinen. Het direct onderhoud van de tuintjes en de akkers doen de kinderen zelf. Zij worden geholpen door hun leerkrachten, soms door hun ouders en familie en natuurlijk door de vrijwilligers.
De werkschuren
Op een tuin hoort opslag te zijn: bijvoorbeeld voor de werktuigen en de zaden. En als plek voor de kinderen om les te krijgen. Eerst was er maar één schuur. Toen kwam er een tweede, die eerst door het wijkbeheer en de beheerders van de kinderboerderij werd gebruikt. Nog weer later maakte de wijkvereniging, naast de schooltuinvrijwilligers, gebruik van de tweede schuur. Maar het aantal leerlingen was in de afgelopen dertig jaar van 80 naar ruim 220 leerlingen gestegen. En de wijkvereniging kreeg hoe langer hoe meer succes met haar evenementen en dus behoefte aan meer opslagruimte. De schuur raakte propvol en vervallen. Gelukkig konden de schooltuinvrijwilligers, dank zij een subsidie in 2016, de tweede schuur opknappen en helemaal inrichten als eigen les-schuur en opslag. De wijkvereniging op haar beurt kreeg er een eigen opslag naast. Nu staan er drie werkschuren op de tuin.
Het werken, genieten en lekker eten van de tuin
Van april tot oktober voltrekt zich elk jaar een wondertje. De kale akkertjes veranderen langzaamaan in een groen landje. En staan eenmaal de bonenstokken weer overeind, dan gaat alles hard groeien. Het is een feest als het gewas van de bonen hoog om de stokken staat, de zonnebloemen weer bloeien en je de ene dikke courgette na de andere kan oogsten en opeten. Als de dahlia’s eenmaal bloeien, blijven ze ook bloeien tot aan de nachtvorst of tot het noodzakelijke rooien.
De educatieve functie: het leren en ervaren van de tuin
Van begin af aan hebben alle kinderen, die in deze wijk op school gaan, in groep 6 een schooltuin gehad. De Stevenshof heeft hierdoor een duidelijke voordeelpositie ten opzichte van de andere Leidse wijken.
De kinderen zaaien, planten, wieden en oogsten niet alleen, maar krijgen gedurende het hele schooljaar daarnaast aparte natuurlessen mee. Het zijn de vrijwilligers die de lessen maken, voorbereiden en geven. De reacties van de kinderen en de ervaring heeft de vrijwilligers geïnspireerd tot het telkens verbeteren van de oude lessen en het maken van nieuwe.
Bijvoorbeeld: in het begin van het schooljaar hoorden de vrijwilligers de kinderen vaak roepen: ‘Ieuuw, een worm!’ Of ‘Aaaiii’, een eng torretje met pootjes!’ Zo kwam er de ‘beestjesles’, want beestjes kunnen nuttig en erg mooi zijn. Andere voorbeelden: wat heeft een pak cornflakes te maken met de maiskolf die achterin je tuin staat? En hoe kan je van goudsbloemen een geneeskrachtige zalf maken?
Alle vrijwilligers, leerkrachten van de vier scholen, de familie van de kinderen en de buurtbewoners zetten zich in om de kinderen en elkaar een onvergetelijke ervaring mee te geven: tuinieren in de eigen buurt, over de natuur leren, ervaren en proeven van wat de tuin hun te bieden heeft.